Recept tegen juridisch getouwtrek bij infrastructuurprojecten

Artikel

Ergert u zich ook wel eens aan eindeloos juridisch getouwtrek? Gerechtelijke procedures over projecten zoals de Oosterweelverbinding of de bouw van windmolens kunnen sneller. Een efficiëntere aanpak ligt klaar.

Foto rechter

Burgers trekken steeds vaker naar de rechter wanneer zij het niet eens zijn met een overheidsbeslissing, bv. bij de toekenning van een vergunning voor een voetbalstadium, een sociaal woonproject of een tramlijn. Soms hebben burgers hiervoor gegronde redenen, bijvoorbeeld de bescherming van waardevolle natuur, en soms denken ze enkel ‘not in my backyard’. In beide gevallen zijn efficiënte gerechtelijke procedures belangrijk. Anders leidt dit tot frustratie en nodeloze kosten.

Belgisch surrealisme

Foto
De onafgewerkte tramlijn Deurne - Wijnegem ©TreinTramBus

Ik neem u graag enkele jaren terug in de tijd naar de Ganzenweg in Wijnegem. In 2007 gaat een buurtbewoner in beroep tegen het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor de tramlijn Deurne-Wijnegem die zou passeren op het einde van zijn straat. De bewoner vreest dat zijn rustige woonstraat een pak meer sluipverkeer te verwerken zou krijgen. Hij stapt naar de rechter en voert aan dat de overheid deze impact te weinig heeft onderzocht. Enkele maanden later in een eerste schorsingsuitspraak laat de overheidsrechter, de Raad van State, de werken niet stilleggen.

In 2011 oordeelt de Raad van State in dezelfde procedure dat de overheid de impact van het project te weinig heeft onderzocht. De Raad van State vernietigt dus alsnog de volledige bouwvergunning voor de tramlijn. Wanneer? Vier jaar later én nadat de tramlijn al voor 2/3 is aangelegd. Hierdoor moet eigenlijk alles in zijn oorspronkelijke toestand worden hersteld. De buurtbewoner en zijn gezin komen in het oog van een mediastorm terecht en worden geconfronteerd met online haatcampagnes. Wat blijkt nu? Het gezin was zelf voorstander van de tramlijn, maar wilde enkel dat de rechter de overheid verplichtte om de toename van sluipverkeer in hun straat te onderzoeken.

Geregeld is dan ook terecht de kritiek geuit dat de overheidsrechter geschillen niet voldoende pragmatisch beslecht. Al te vaak blokkeren rechters jarenlang projecten door zich blind te staren op procedurefouten. Daarbij luistert de rechter te weinig naar de partijen en gaat te weinig op zoek naar het echte, onderliggende probleem. Na de vernietiging van een beslissing omwille van een procedurefout, neemt de overheid in de praktijk bijna altijd wederom dezelfde beslissing. Tegen deze nieuwe beslissing kan dan opnieuw beroep worden aangetekend. Een straatje zonder einde.

Juridisch doolhof

Bovendien is het Belgische gerechtelijke landschap een kluwen van verschillende rechtbanken. Als je wil procederen tegen een overheidsbeslissing, kan je kiezen om naast de overheidsrechter ook naar de burgerlijke rechter stappen. Dit kan tegelijkertijd of na elkaar en beide rechters kunnen je ongeveer hetzelfde aanbieden. Je kan dus naar hartelust aan forum shopping doen. Deze problematische bevoegdheidsverdeling leidt geregeld tot eindeloos aanslepende procedures, tegenstrijdige uitspraken en rechtsonzekerheid.

Net wanneer u denkt dat het niet meer complexer kan worden, moet ik u er nog op wijzen dat België een federaal land is. Grondwettelijk is het vrij duidelijk: enkel de federale wetgever is bevoegd om rechtbanken op te richten. Via een juridisch achterpoortje, namelijk door beroep te doen op de ‘impliciete bevoegdheden’, heeft Vlaanderen de laatste jaren zelf ook gespecialiseerde overheidsrechtbanken opgericht zoals de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Dit achterpoortje gaat evenwel altijd gepaard met juridische onzekerheid en maakt het gerechtelijk landschap nog complexer.

Gluren bij de buren

Wat nu? In plaats van zelf opnieuw het warme water uit te vinden, ben ik gaan kijken hoe Nederland en Frankrijk deze problematiek aanpakken. In mijn doctoraatsonderzoek ben ik door rechtsvergelijkend onderzoek op zoek gegaan naar best practices in deze twee buurlanden. Naast een traditionele rechtswetenschappelijke analyse, heb ik tijdens participerende observatie bij de Franse, Nederlandse en Belgische Raad van State 37 interviews afgenomen met rechters en medewerkers. Voor de bevoegdheidsverdeling in federale landen heb ik onderzoek gevoerd naar de situatie in de federale landen Duitsland, Zwitserland en de V.S.

Plan van aanpak

Tijd voor oplossingen. Op basis van het rechtsvergelijkend onderzoek heb ik concrete voorstellen gedaan om surrealistische situaties zoals bij de tramlijn Deurne Wijnegem te voorkomen en een einde te maken aan het Belgische juridische doolhof waarin je jarenlang kan verdwalen. Graag stel ik hier de drie voornaamste oplossingen voor.

Vrouwe justitiaTen eerste is een duidelijkere bevoegdheidsverdeling nodig tussen de verschillende rechtbanken. Het moet worden vermeden dat de overheidsrechter en de burgerlijke rechter beide in eenzelfde zaak uitspraak kunnen doen. Het is een aantrekkelijke optie om te evolueren naar de Franse situatie: voor een geschil met de overheid is in principe alleen de overheidsrechter bevoegd.

Ten tweede moet de overheidsrechter geschikte wettelijke instrumenten krijgen om een geschil definitief op te lossen. Daarnaast moet de rechter de juiste attitude aan de dag leggen en deze instrumenten voldoende gebruiken om een geschil pragmatisch op te lossen. Maatwerk is op dit vlak cruciaal. Vooral uit de huidige aanpak in Nederland heb ik in mijn doctoraat een schat aan voorstellen kunnen aanreiken. De Nederlandse overheidsrechter is de voorbije 20 jaar geëvolueerd naar een pragmatische conflictoplosser. Surrealistische situaties zoals in Wijnegem zouden zo kunnen worden vermeden.

Ten slotte wijst het rechtsvergelijkend onderzoek uit dat de lagere rechtbanken in België best worden overgeheveld naar de gewesten, een defederalisering dus. De drie hoogste rechtbanken blijven wel best federaal om ervoor te zorgen dat het systeem goed blijft draaien.

Het is nu aan de wetgever om actie te ondernemen.


Jurgen Goossens
©Kevin Faingnaert

 

Jurgen Goossensdoctor in de Rechten, UGent.